Verhaal voor het ILFU

Van het  ILFU kreeg ik de opdracht een verhaal te schrijven waarin de lezer de invloed van de stijl/vorm op de inhoud aan het werk ziet. 

 

 

 

Mensen classificeren alsof het insecten zijn

Voor De Reactor schreef ik een stuk over de essays van George Orwell en Bas Heijne in het boekje Over nationalisme. 

 

'Wat bedoelde Orwell precies met nationalisme? In zijn essay geeft hij een bredere definitie van het begrip dan gebruikelijk: ‘Met ‘nationalisme bedoel ik ten eerste de gewoonte om aan te nemen dat mensen kunnen worden geclassificeerd alsof het insecten zijn en dat hele blokken van miljoenen of tientallen miljoenen mensen gerust ‘goed’ of ‘slecht’ genoemd kunnen worden.’ Onder Orwells definitie van nationalisme vallen ook communisme, zionisme, antisemitisme, anglofobie en pacifisme. Nationalistische gevoelens kunnen zelfs volledig negatief zijn. Orwell noemt als voorbeeld daarvan de aanhangers van de Russische revolutionair Lev Trotski, die voornamelijk werden gedreven door hun afkeer van het stalinistische regime.

Een negatieve nationalist heeft ‘geen loyaliteit aan een andere eenheid ontwikkeld,’ schrijft Orwell. ‘Als men begrijpt wat dit behelst, dan wordt de aard van wat ik bedoel met nationalisme een stuk duidelijker.’ Een nationalist ‘kan zijn geesteskracht inzetten voor zowel opschepperij als kleinering, maar zijn gedachten gaan altijd uit naar overwinningen, verliezen, triomfen en vernederingen.’'

 

Techdenkers, een filmmaker, wetenschapper en twee schrijvers over sciencefiction

 

Hier kun je de opname beluisteren van het programma Techdenkers, van de Balie en Adyen, met Dan Hassler Forest, Maurice Trouwborst, Aafke Romeijn en Anja Sicking. Moderator: Rosalie Dielesen.

 

'In een tijdperk waarin opzienbarende technologische ontwikkelingen dagelijkse kost zijn, rijst de vraag naar de blijvende waarde van sciencefiction. Blijft er in de toekomst ruimte voor fantasieën over geavanceerde technologieën, of zullen de realiteiten van onze wereld onze verbeeldingskracht voorbijstreven? Een panel bespreekt het tijdens Techdenkers. We leven midden in het tijdperk, beschreven in menig sciencefiction klassieker. Het genre dat sinds jaar en dag geniet van grote populariteit: George Orwell en Jules Verne worden gevierd om hun angstaanjagend accurate voorspelling van de toekomst, terwijl Hollywood zich wild fantaseert over de ruimtelijke innovaties van de volgende eeuw. In samenwerking met Adyen.'

 

 

 

Essay FD over de invloed van sciencefiction op politieke standpunten

Essay FD over de invloed van sciencefiction op politieke standpunten

 

Sinds het einde van de Koude Oorlog is er geen tijd geweest met zo veel nieuws over de bedreigingen die de mensheid in de toekomst te wachten staan als de onze. Ook schrijvers en filmmakers hebben de laatste decennia in hun werk veel angstaanjagende toekomstbeelden neergezet. Het dystopische genre is ongekend populair. Daarin wordt een samenleving geschetst met uitsluitend negatieve kenmerken.

Lichtflitsen van kernrampen wisselen dijkdoorbraken en overstromingen af. Romanciers als Margaret Atwood, Dave Eggers, Kazuo Ishiguro en Octavia Butler schetsten in hun werk toekomstbeelden waarin mensen cyberslaven worden, onvruchtbaar zijn of gebukt gaan onder een totalitair regime. Ik schreef zelf ook een roman over de risico’s van de toenemende macht van big tech: De visionair.

Maar wat doen al die sombere toekomstscenario’s met mensen? Bereiden we ons voor op een kernramp als we er een verhaal over lezen of we er een aflevering van de serie Black Mirror over zien?

 

Lees verder in het FD

 

 

Goede sciencefiction kan ons helpen AI beter te begrijpen

Goede sciencefiction kan ons helpen AI beter te begrijpen

In Het Parool: 'Het idee dat mensen door scifiboeken en -films de actuele risico’s van AI uit het oog zouden verliezen, is volgens Anja Sicking een onderschatting van het publiek. Met film, literatuur en beeldende kunst kan een (nog) niet bestaande werkelijkheid juist worden verkend.'

Wat betekent de snelle opkomst van ChatGPT voor schrijvers?

Wat betekent de snelle opkomst van ChatGPT voor schrijvers?

Een artikel voor de Auteursbond over grote taalmodellen.

 

 

Techbedrijven gebruiken de wereld als laboratorium, met de mens als proefdier

Techbedrijven gebruiken de wereld als laboratorium, met de mens als proefdier

In Dagblad van het Noorden: In plaats van ons te concentreren op wat AI kán, kunnen we ons beter afvragen wat we met AI willen, voordat techbedrijven dat gaan bepalen.

 

'Duizend onontdekte Einsteins' in de Nederlandse Boekengids

 

Vandaag staat het essay 'Duizend onontdekte Einsteins' in de Nederlandse Boekengids.

 

CULTUURKRITIEK

Duizend onontdekte Einsteins

'Anja Sicking benadrukt de overkoepelende kracht van verhalen voor zowel de sciencefictiontraditie als de techondernemers van Silicon Valley. Fictie die wordt gepresenteerd als werkelijkheid, letters in plaats van cijfers, omdat die vaak nog niet voorhanden zijn. ‘Musk weet dat er op Mars nauwelijks lucht is en de temperatuur vaak min zestig graden of lager is. Hij weet uiteraard van de kosmische straling.’ Maar als hij in interviews vrolijk zijn intergalactische plannen uiteenzet vindt iedereen het prachtig... totdat je beseft wie er op aarde achterblijft als het erop aankomt.'

 

Schrijven Magazine

Mijn 'Pleidooi voor dagdromen' staat in het nieuwe nummer van Schrijven Magazine. Dit zei Mary Shelley over het ontstaan van haar idee voor Frankenstein:

‘Toen ik mijn hoofd op het kussen legde viel ik niet in slaap en men zou evenmin kunnen zeggen dat ik lag te denken. Mijn verbeelding nam ongevraagd bezit van me en verleende de achtereenvolgende beelden die in mijn geest ontstonden een levendigheid, welke de gebruikelijke grenzen van de droom overschreed.’

 

 

Schrijven Magazine

De verbeelding als wapen

De verbeelding als wapen

Essay in Het Financieele Dagblad

 

'Voordat ik begin met schrijven, klik ik vaak nog even vlug op een nieuwssite. ‘De grutto laat zien dat het ook voor ons, mensen, gevaarlijk aan het worden is,’ lees ik dan bijvoorbeeld. Een verontrustend bericht over hoe de biodiversiteitscrisis ons allemaal treft. Het kost me daarna moeite me weer te concentreren op het essay over de nieuwe roman van Maarten van der Graaff, waaraan ik wilde beginnen.

Dit proces van ergens aan beginnen en direct afgeleid worden, herhaalt zich meerdere malen op een dag. Tegelijk hoop ik dat ik mijn blik op de wereld verbreed door het nieuws online bij te houden. Ik wil geen wereldvreemde fictieschrijver zijn, gevangen in mijn fantasie. Maar verbreed ik mijn blik wel echt als ik mijn hoofd voortdurend met korte nieuwsberichten vul? De filosoof Toby Ord schrijft dat we ons juist door het lezen van fictie existentiële risico’s beter kunnen voorstellen.

 

Verder lezen?

In romans bestond het internet al lang voor het er was. Toeval?

Beeld Getty Images
Beeld Getty Images

Een nieuw essay in Trouw  over hoe schrijvers indirect invloed uitoefenen op de ontwikkeling van technologie.

 

 

Message in a bottle, in Tirade

Fragment uit het essay 

 

'Sinds Frankenstein; or the Modern Prometheus in 1818 verscheen, is de roman permanent in druk geweest. Geen slechte prestatie, vooral niet als je in ogenschouw neemt dat het hier gaat om het debuut van een negentienjarige vrouw, Mary Shelley. Er zijn denk ik van maar weinig debuten zo veel verfilmingen, toneelbewerkingen, strips en literaire remakes gemaakt als van Frankenstein en er komt nog steeds nieuw werk bij. In het programma The Waterstones Interview wordt schrijvers altijd gevraagd naar hun grootste inspiratiebron en ook nu noemen zij Frankenstein nog altijd vaker dan welk ander boek ook. De roman blijft actueel. Maar waarom eigenlijk precies?

Frankenstein wordt vaak de eerste echte sciencefiction roman genoemd. Aan die term kleeft nog steeds het beeld van een verhaal met robotachtige personages die in geavanceerde ruimteschepen oorlog met elkaar voeren, een genre waarin Shelley’s roman niet thuishoort. Ik beschouw Frankenstein eerder als het begin van de speculatieve fictie, een traditie die onder meer werd voorgezet door Jules Verne met 20.000 mijlen onder zee, George Orwell met 1984 en Aldous Huxley met Brave New World. Deze schrijvers betreden een toekomst met hun verbeelding en onderzoeken de nieuwe mogelijkheden van science. Ook de afgelopen jaren verschenen er romans in dit genre, waarvan Machines zoals ik, van Ian McEwan (eigenlijk een what if-roman) en Frankusstein, van Jeanette Winterson, bekende voorbeelden zijn.   

Lees verder op papier, in Tirade.

De schrijfrobot zit de schijver op de hielen

Null Beeld
Null Beeld

Trouw

Cijfers en letters

Essay in Tirade
 
 
'Voordat de mogelijkheden van de literaire robot verder worden onderzocht en uitgebreid, zou het interessant zijn om eerst de vraag te
beantwoorden waarom we zo’n elektronische schrijver zouden willen. Een van de problemen van de snelle technologische ontwikkelingen
in de 21ste eeuw is dat de tijd tussen het bedenken en het op de markt brengen van iets steeds korter wordt ....'
 
Lees verder op papier.

De literatuur gereduceerd tot cijfers

Maus Bullhorst
Maus Bullhorst

 ... de Australische schrijver en wetenschapper Oscar Schwartz experimenteerde al veel met ‘robotschrijven’. Hij richtte in 2013 de website ‘Bot or not’ op. De bezoeker ervan kan meedoen met de Turing-test voor poëzie. In Schwartz’ TED Talk ‘Kan een computer gedichten schrijven’ moet het publiek raden wie de maker van een gedicht is, computer of mens. De eerste tegenspeler van de elektronische dichter is William Blake, die de verbeelding belangrijker vond dan de rede. Het merendeel van de aanwezigen in de zaal raadt welk gedicht door Blake is geschreven en welk gedicht het product is van een algoritme dat de taal van een Facebookfeed gebruikte. Maar bij een vergelijking tussen een gedicht van Frank O’Hara en het al veel oudere algoritme Racter is het publiek ineens verdeeld. De helft wijst Racter als menselijke dichter aan. Dan volgt de derde test.

Lees verder in Trouw

Bijdrage jubileumnummer Van Oorschot

Bijdrage jubileumnummer Tirade over Liefde, als dat het is, van Marijke Schermer.
 
Of ben ik toch een feestje?
 
‘Ik wil de lezer uitnodigen om, voor de duur van dit boek, alle gangbare ideeën over de aard en het gebruik van literatuur in het algemeen, en narratieve fictie in het bijzonder terzijde te schuiven. Zo wil ik je bijvoorbeeld vragen af te zien van het idee dat fictie iets ontegenzeggelijks goeds is, iets ruimdenkends, iets verrijkends, dat schrijven en lezen van nature positieve zaken zijn en altijd naarstig moeten worden aangemoedigd.’
Zo begint De roman als overlevingsstrategie van Tim Parks. Als je het woord ‘literatuur’ in het bovenstaande fragment zou vervangen door ‘liefde’, zou het fragment ook van toepassing kunnen zijn op Marijke Schermers hoogst originele roman Liefde, als dat het is, waarin zij de liefde opnieuw bevraagt. Ze doet dit aan de hand van de verhalen (en perspectieven) van zes verschillende personages.
 
Lees op papier verder in Tirade

Ben ik echt iemand

Een artikel over Mevrouw Bentinck of Onverenigbaarheid van karakter, Hella S. Haasse

 

' ...  De onderwerpen die in de briefwisselingen van de achttiende-eeuwers naar voren komen, spelen ook in het leven van vandaag een rol. Zo blijkt Willem Bentinck niet in staat veel te begrijpen van het gevoelsleven van de vrouw die hij toch dagelijks met klem verzekert dat hij haar zo lief heeft. Lip, de minnaar van Charlotte Sophie, begrijpt haar veel beter, wat blijkt uit het portret dat hij van haar geeft en de feesten die hij ter ere van haar organiseert. De neerslachtigheid die Charlotte Sophie overvalt wanneer haar minnaar – voor wie ze haar echtgenoot en haar twee kinderen heeft verlaten – niet meer van haar houdt, wordt weliswaar niet met antidepressiva bestreden, maar verder zijn de verschijnselen van liefdesverdriet gelijk aan die van nu.

Tegelijk worden er voorvallen beschreven die je doen beseffen hoezeer alles is veranderd. Zo heeft Lottgen, de nicht en pleegzus van Charlotte Sophie, een slecht gebit, waardoor ze nooit in gezelschap zal kunnen lachen zonder haar waaier of hand voor haar mond. Lottgens tweede echtgenoot Lip heeft al snel een fysieke afkeer van haar wegens haar onwelriekende adem, een kwaal waar toentertijd weinig tegen te doen was. Dat is nog eens iets anders dan op je zeventiende een borstvergroting of een kleine correctie aan de schaamlippen laten uitvoeren. ...' 

 

Lees verder in de Groene, over Mevrouw Bentinck of Onverenigbaarheid van karakter, Hella S. Haasse

 

Piek, het boek van hoogleraar psychologie K. Anders Ericsson over aangeboren (muzikaal) talent.&

'... Zelfs als Salieri er nog tien levens bij zou krijgen, zal het hem niet lukken om een opera te schrijven van hetzelfde niveau als Mozarts Le Nozze di Figaro. Dat was wat ik dacht tijdens mijn studie aan het Koninklijk Conservatorium. De zin kwam in mijn debuut terecht. Dat dit waar moest zijn, bewees een jongen die op een zomerse dag in een korte, geruite broek het conservatorium kwam binnenlopen om toelatingsexamen klarinet te doen. Hij was nog te jong om op een brommer te mogen rijden. Het leek ons, de studenten, ondenkbaar dat deze prepuber iets van de liefde of de dood begreep, laat staan dat hij zijn gevoelens daarover in muziek zou kunnen uitdrukken.

Na het toelatingsexamen zei de commissie dat deze jongen ook met gemak al eindexamen klarinet had kunnen doen. Ik weet niet wat sterker was: onze jaloezie of bewondering. Voor onze studie stond vijf á  zeven jaar van eenzame opsluiting met je muziekinstrument....' 

Lees verder op het Lebowski blog